Toon
Je denkt waarschijnlijk meteen aan een muziektoon? Bij tekenen krijg je ook te maken met tonen. En zelfs ook nuances, maar daar vertel ik je later meer over.
Een toon is een lichtere of donkere versie van een kleur.
Hieronder zie je een toonladder van licht naar donker. Dit kan met grijstonen maar ook met kleur.
Toonladder
Teken een vijf vlakjes naast elkaar van 5 bij 5 centimeter. Of download het stencil.
Voor deze opdracht is het fijn als je een 2H, HB en een 2B potlood hebt. Alleen HB kan ook. Maar dit geeft je iets minder mogelijkheden in de diepe donkere en hele lichte tonen.
Potloden
Potloden zijn er in verschillende hardheden. Voor meer informatie over potloden lees de blogpost over potloden.
Begin met het middelse vlakje, gebruik hiervoor je HB potlood. Druk niet te hard op je potlood, maar kleur het met een normale toon in, net zoals je normaal zou schrijven.
Zet je lijnen allemaal in dezelfde richting, je kunt een ander papiertje gebruiken om tegenaan te kleuren zodat je niet over
de rand gaat.
Let op: ga niet vegen met je vinger. Waarom niet? Je vinger is vettig en dit geeft vlekken. Als je al wilt vegen,
doe dit dan met een tissue, wattenstaafje of een doezelaar.
Neem dan je 2H potlood (of HB) en kleur het vlakje links van het middelste vlak in een egale tint in, maar net wat lichter dan het middelste vlak. Als je met je tekenstreken onregelmatig strepen hebt gezet, probeer dan vlakjes bij te werken door de lichtere plekken te in te kleuren. Ga niet meer over de al wat donkerdere plekjes heen want dan wordt het alleen maar donkerder.
Laagjes
Potlood legt als het ware een laagje op het papier, en hoe vaker je er overheen gaat hoe donkerder het wordt. Probeer maar eens op een kladpapiertje: zet een donkere streep met veel kracht op papier. Dan houdt je het potlood lichtjes in je handen en laat je het zachtjes over het papier heen gaan. Ga elke keer over heen en weer met je potlood. Als je maar lang genoeg doorgaat zul je zien dat je uiteindelijk bij een hele donkere toon uitkomt.
Dan het neem je het 2B potlood, en ga je het 4e vlak van links wat donkerder maken. Denk aan wat je net hebt gelezen over donkerder kleuren, het hoeft niet per se in één keer heel erg donker te zijn, bouw het op. Gebruik weer je kladpapier om te zorgen dat je niet over de randen heen kleurt.
Ruimtelijkheid?
Superleuk zo’n toonladder, maar wat heb je daar nu aan?
Als je eenmaal geoefend hebt met verschillende tonen en een toonladder hebt gemaakt, kunt de tonen als een soort spiekbriefje gebruiken. Stel je wil een tekening maken, voordat je gaat beginnen kijk je goed naar je onderwerp en kijk je waar de lichte en donkere tonen zitten. Als je dan in je hoofd neemt dat de meest donkere toon op een bepaalde plaats zit, kun je de scene gaan onderverdelen in de verschillende tonen. Bijv. de bovenkant is ongeveer toon 1 of 2, het grote deel van de schaduw is ongeveer toon 4 en alleen helemaal onder in bij de kernschaduw zie je toon 5. Op die manier kun je voor jezelf duidelijk maken hoe donker of hoe licht iets moet worden.
Basisvormen
Heb je mijn post over basisvormen al gezien? Als je deze vormen al hebt getekend kun je nu je tekening daarvan erbij pakken, want dan gaan we ze nu ruimtelijk maken. Wil je je tekening niet verpesten? Plak je tekening op het raam, leg er een ander tekenvel overheen en trek je tekening over. Geen stress. Geen basisvormen getekend, verloren of niet bij de hand? Download het stencil, easy peazy.
Een basisvorm is ruimtelijk, dat wil zeggen dat hij in de ruimte staat en als het licht aan is, zijn er ook schaduwen op het voorwerp. Er zijn verschillende soorten licht: licht van de zijkant, van obven, tegenlicht en meelicht.
Voor nu houden we het even op licht dat van de zijkant komt. Zet er desnods een lamp op, zorg dan wel voor een kubusachtige vorm als voorbeeld.
Inkleuren
Begin met het inkleuren van de kubus. De bovenkant heeft een hele lichte grijstoon, de voorkant een iets donkere toon en de zijkant waar je schuin op kijkt heeft de meest donkere toon. Gebruik weer een kladpapiertje om te zorgen dat je niet over de randen heen tekent.
Bol
De bol is moeilijk om goed in te kleuren, hiervoor heb je allereerst een paar hulplijnen nodig.
Neem de lijnen van het voorbeeld rechts over op je bol.
Kleur nu de onderste rand met de richting van de bol mee, deze onderste rand is het donkerst. De rand daarboven is iets lichter, probeer een geleidelijke overgang te maken.
De cilinder
De cilinder zal aan de zijkant waar het licht vandaan komt het meeste licht vangen, daarna wordt het licht steeds minder sterk omdat de vorm wegdraait van de lichtbron. Totdat hij helemaal in de schaduw zit.
Overgangen
Je kunt de toonladder dus ongeveer zo op de cilinder zien.
De grenzen tussen de tonen zijn natuurlijk onzichtbaar, dus ga je de grijstoon moeten laten overlopen. Dit kun je doen door heel zachtjes tegen de grens van het ene vlakje aan te kleuren, je aait als het ware over het papier en heft daarmee het sterke verschil op tussen het ene en het andere vlak.
Je kunt dit oefenen op je toonladder of op een nieuw vel papier. Je kunt er ook een extra toonladder onder tekenen die je helemaal van licht naar donker laat overlopen.
Voorbeeld overgangen
Als je nu je cilinder zo neerlegt dat je met je pols de bolle beweging kunt maken, dan heb je het meeste controle. Net zoals je bij de video van de bol kunt zien. Geef nu de vorm een bolling met de ronding van de cilinder mee. Nu ga je namelijk én de vorm ruimtelijk laten lijken door de lichte en donkere tonen, maar ga je ook door de richting van de potloodstrepen de vorm aangeven.
De kegel
De kegel heeft hetzelfde principe als de cilinder, alleen loopt deze taps toe bovenin.
Hoe licht of hoe donker een vorm is en waar de schaduw precies zit hangt ook af van de lichtbron, de plaatsing en de sterkte van het licht.