Hulplijnen
Hulplijnen zijn belangrijk bij het tekenen, bijna iedereen gebruikt ze in mindere of meerdere mate. In het begin gebruik je ze meer, later als je meer geoefend hebt kun je het met minder hulplijnen af. Ik noem hulplijnen tijdens mijn lessen altijd de spiekbriefjes van tekenen. Je gebruikt de hulplijnen, maar je zorgt ervoor dat je ze weer laat verdwijnen door weg te gummen of overschilderen als je werk bijna klaar is. Niemand hoeft te weten hoe je de tekening hebt opgebouwd als het eenmaal af is.
Oefening 1
Teken een cirkel uit de hand. Een stuk printerpapier is prima. Zie het maar als een warming-up. Het is niet erg als het niet in een keer lukt.
Vind je het lastig?
Hulplijnen zijn de spiekbriefjes van tekenen.
Probeer het op deze manier met hulplijnen:
Gebruik een liniaal en zet een (hele lichte!) horizontale lijn van 6 cm. Zet een streepje bij 3cm en teken daar een verticale lijn met 3cm boven en 3cm onder de horizontale lijn.
Nu hoef je alleen maar van de buitenste punten van je lijnen een kleine bolling te tekenen.
Draai je papier om makkelijker de ronding te tekenen met je pols.
Gum nu je horizontale en verticale lijn weg.
Is het nog niet helemaal gelukt?
Vergelijk deze cirkel met je eerste tekening. Vooruitgang, of niet?
Nog niet tevreden? Doe het dan nog een keer, of later als je nu geen zin meer hebt. Oefening baart kunst, en in dit geval dus letterlijk.
Arcering
Bij de vorige opdracht heb je een cirkel getekend en kan ik daar mooi bij aansluiten met mijn verhaal over arceringen. Arceringen kun je gebruiken om een vorm ruimtelijk te maken of aan te geven wat voor een oppervlak je object heeft. Wil je daar meer over weten? Lees mijn blogpost over texturen.
Als ik nu op de cirkel meerdere lijnen zet; dus een arcering, dan lijkt de vorm al wat meer 3D. Zet ik op deze vorm de arceringen met de ronding van de vorm mee dan krijgt de vorm, alleen door middel van wat lijnen al veel meer ruimtelijkheid.
Er zijn nog veel meer manieren om hulplijnen te gebruiken, en zo kun je met behulp van hulplijnen ook een cilinder, een kubus, een kegel en andere basis vormen tekenen.
De smaak te pakken? Bekijk de onderstaande bewegende afbeeldingen en teken ze na. Gebruik hulplijnen en gum ze daarna weg. Zo bouw je de vormen op. Hoe vaker je ze oefent hoe beter het gaat en hoe minder hulplijnen je nodig zult hebben.
De cilinder
Begin op dezelfde manier als de cirkel. Maar maak de verticale lijn wat korter dan bij de cirkel. Dan verbind je de uiteinden met elkaar; let op dat je een bolling maakt. De ellips heeft geen hoeken. Dan teken je van de buitenrand een lijn omhoog aan beide zijden. En herhaal je het proces van de ellips nog een keer. Daarna hoef je alleen nog maar de hulplijnen weg te gummen.
De kegel
Deze basisvorm lijkt erg op de cilinder. Alleen gebruik je niet twee lijnen aan de zijkant van de ellips maar zet je een lijn recht naar boven vanuit het midden. Vanaf daar verbind je de bovenkant naar de uiteinden van de ellips. En weer uitgummen die hulplijnen!
De kubus
Teken een vierkant met vier gelijke zijden. Vanuit daar trek je drie lijnen met dezelfde hoek. Dat wil zeggen, dat alle lijnen lopen even schuin. Zorg ervoor dat deze schuine lijnen iets korter zijn dan dan de zijden van je vierkant. Als je alle schuinen lijnen hebt getekend kun je de achterkant van de kubus tekenen, als dubbel-check kun je deze zijden nameten. Als je lijnen allemaal goed getekend zijn, zijn de zijden van het achterste vierkant even lang als die van het eerste vierkant.